De letterlijke betekenis van dissociatie is ‘los koppelen’ of ‘uiteenvallen’. Je kunt het zien als een toestand waarin jouw gedachten, emoties, lichamelijke sensaties of herinneringen tijdelijk zijn losgekoppeld van jouw bewustzijn. Dissociëren brengt je in een lager bewustzijn.

Kenmerken van dissociatie

Als je dissocieert kan het voelen alsof je gedachten, gevoelens, herinneringen en lichaamsdelen niet van jezelf zijn. Dat wordt ook wel depersonalisatie genoemd.

Ook kunnen de wereld en de mensen om je heen heel vreemd aanvoelen. Je neemt op zo’n moment zowel de prikkels vanuit jezelf alsook uit je omgeving op een andere manier waar. Bijvoorbeeld vervormd, onwerkelijk of onecht. Dit heet derealisatie. Alles gaat dan langs je heen of je voelt (even) geen pijn meer. Je weet soms ook echt niet meer wat waar is en wat niet.

Het is niet erg om zo nu en dan te dissociëren

Iedereen dissocieert weleens. Zo kun je bijvoorbeeld ergens heel erg geconcentreerd mee bezig zijn, waardoor je niet meer merkt wat er om je heen gebeurt. Dat is helemaal oké, want dissociëren hoeft helemaal niet iets negatiefs te zijn. Zolang het maar niet de overhand gaat krijgen.

Beschermingsmechanisme

Daarnaast is dissociatie ook een beschermingsmechanisme dat je in staat stelt om te ‘ontsnappen’ aan intense gebeurtenissen of herinneringen. Het ontstaat vaak bij overprikkeling van het zenuwstelsel door bijvoorbeeld triggers. Je kunt getriggerd worden door iets of iemand, waardoor je met je gedachten of gevoel weer terugkomt in die intense gebeurtenis of herinnering uit het verleden.

Omdat het je nog niet lukt om hier op een helpende manier mee om te gaan, ga je dissociëren. Dissociatie is dus puur een manier van het brein om prikkels minder intens te ervaren en om jou hiertegen te beschermen.